Bij de woningbouw – woning beschrijven

Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:

  • de taalfunctie: woning beschrijven
  • de taalsituatie: bij de woningbouw
Oefeningen
  1. Luister naar de tekst. Sleep de zinnen in de juiste volgorde. (Audio)
  2. Luister naar de tekst. Typ de juiste woorden in. (Audio)
  3. Kies de juiste reactie/reacties.
  4. Je werkt bij de Woningbouw. Een klant vraagt: ‘Hoe groot is het appartement?’ Jij antwoordt. Kijk naar het plaatje. (Video & Record)

1. Luister naar de tekst. Sleep de zinnen in de juiste volgorde.

ga verder

2. Luister naar de tekst. Typ de juiste woorden in.

ga verder


ga verder

4. Je werkt bij de Woningbouw. Een klant vraagt: ‘Hoe groot is het appartement?’ Jij antwoordt. Kijk naar het plaatje.

Let op!
De oefeningen op Dutch++ werken het best in Google Chrome. Wij kunnen helaas niet garanderen dat alle oefeningen in andere webbrowsers ook volledig werken.

Geef antwoord op de vraag. Bijvoorbeeld:

‘Het appartement heeft twee kamers.’ – ‘Het is een klein appartement.’ – ‘Het heeft maar twee kamers.’ – ‘Het is niet zo groot.’

Bekijk het voorbeeld.