Taalvariëteit

Nederland

Er bestaan verschillende versies van het Nederlands in Nederland: standaardtaal, omgangstaal, dialecten,… Maar als Surinamers en Belgen denken aan ‘het’ Nederlands van Nederlanders, kunnen ze toch meteen opvallende kenmerken noemen, vooral op het gebied van de uitspraak en de woordenschat.

Josta Vaseur is een Surinaamse lerares. Ze heeft jarenlang in Nederland gewoond. Zij vindt dat veel Nederlanders slordig praten.



Nederlands-Nederlandse uitspraak

  • Wat Belgen bijzonder opvalt, is de zogenaamde ‘harde g‘, luister bijvoorbeeld naar: Gert gaat naar Groningen.
  • Ook de lange ee en oo vallen Belgen op: zij vinden dat de woorden beet en boot uitgesproken door Nederlanders klinken als ‘beejt’ en ‘boowt’.
  • Belgen en Surinamers vinden verder de Nederlandse uitspraak slordig. Ze verwijzen bijvoorbeeld naar het inslikken van klanken (schrijven klinkt als srijve) en hele lettergrepen (bananen klinkt vaak als benane, programma als pogamma, station als stesjon en natuurlijk als tuuk).
  • Surinamers vinden dat Nederlanders vaak snel en onduidelijk praten.

Meer lezen? Ga naar Belgische en Nederlandse uitspraakverschijnselen



Nederlands-Nederlandse woorden

Nederlanders gebruiken heel wat woorden die in België ongebruikelijk of zelfs helemaal niet bekend zijn. Een paar voorbeelden:

  • vlaflip = nagerecht van yoghurt, vla en vruchtensiroop, geserveerd in een glas
  • theeleut = iemand die heel graag thee drinkt
  • ballentent = (uitgaans)gelegenheid waar vooral arrogante mensen komen
  • hartstikke = totaal, heel erg

Nederlanders hebben ook eigen uitdrukkingen en zegswijzen die Belgen niet gebruiken. Voorbeeld:

  • Dat is vaste prik = dat gebeurt altijd
  • Wat heb ik nou aan m’n fiets hangen? = wat gebeurt er nu voor raars?

Meer lezen? Ga naar de selectie van woordenschat in België en Nederland.



Nederlands-Nederlandse grammatica

Er bestaan verschillen tussen de grammatica in Nederland en in België. Enkele voorbeelden:

  • In de spreektaal in Nederland hoor je wel eens Hun hebben gelijk in plaats van Zij hebben gelijk. Veel taalgebruikers veroordelen dit gebruik van hun. Het komt in België niet voor.
  • In Nederland is er een verschil in gebruikswaarde tussen u kan/kunt, u zal/zult: de vormen u kan, u zal, u wil hoor je meestal alleen in informeel taalgebruik. In België worden de vormen door elkaar gebruikt, ook in formele contexten.

Meer lezen? Ga naar de selectie van grammaticale verschillen.