Caribisch gebied

Het Nederlands is officiële taal op zes eilanden in het Caraïbisch gebied. Deze eilanden liggen in de Caraïbische zee voor de kust van Zuid-Amerika (zie kaart). Ze horen bij het Koninkrijk der Nederlanden. Samen hebben ze ongeveer 256 000 inwoners. Deze eilanden zijn Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en de ‘BES-eilanden’: Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Vroeger werd de naam De Nederlandse Antillen gebruikt. In 1986 werd dat De Nederlandse Antillen en Aruba. Sinds hervormingen in 2010 zijn Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland en spreekt men van Caribisch Nederland. De andere drie eilanden, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, zijn zelfstandige landen binnen het koninkrijk. Het boomdiagram rechts verduidelijkt deze indeling.

 

Bovenwindse eilanden: Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius
Benedenwindse eilanden (of ABC-eilanden): Aruba, Curaçao en Bonaire

 

In de video (Nederlandse Taalunie) vertelt Ronnie Severing over het Nederlands op de Benedenwindse eilanden (Aruba, Bonaire, Curaçao) en op de Bovenwindse eilanden (Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Saba).

 


De taalsituatie in het Caribisch gebied

  • Officiële taal is op alle eilanden het Nederlands. Dat wil zeggen, bij wet. De Nederlandse Taalunie sloot in 2007 een overeenkomst voor samenwerking met de toenmalige Nederlandse Antillen. In 2011 sloot de Taalunie een soortgelijke overeenkomst met Aruba. Het Nederlands is de schriftelijke bestuurstaal en de rechtstaal, al is het zijn positie aan het verliezen (zie Mijts 2007). Het Nederlands wordt vooral gebruikt als instructietaal in het middelbaar onderwijs. In het lager onderwijs wordt het veel minder gebruikt, maar het is er (soms) wel de examentaal. Dat zorgt natuurlijk voor heel veel problemen en uitdagingen voor leerlingen en onderwijzend personeel. In een groot deel van het Caribisch gebied is het Nederlands een vreemde taal, d.w.z., veel mensen hebben een andere moedertaal. Het Nederlands wordt daarom minder gebruikt in mondeling verkeer en in de media (bv. op de radio).
  • Op diverse eilanden is het Papiaments de omgangstaal. Papiaments is een creooltaal. Het ontstond in een contactsituatie tussen Afrikaanse slaven, Europese planters en indianen. Aan de basis liggen het Spaans en het Portugees. Verder zijn er invloeden van West-Afrikaanse talen, de Caraïbische indianentaal Arawaks, Engels, Frans en Nederlands. In Aruba spreekt men over Papiamento, op de andere eilanden over Papiamentu; hier gebruiken we de Nederlandse naam, Papiaments.

Meer lezen? Kijk voor geschiedkundige en verdere informatie op NEON. Zie ook een artikel van Eric Mijts 2007.

 

 


Aruba, Curaçao en Sint-Maarten

  • Aruba (oranje op het kaartje) is sinds 1986 een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het heeft zijn eigen taalbeleid ontwikkeld. De meest gesproken taal op Aruba is het Papiaments. Sinds 2003 geldt het Papiaments naast het Nederlands als officiële taal. Rechtszaken worden bv. steeds vaker in het Papiaments gevoerd, maar de wetten zijn in het Nederlands opgesteld. Papiaments wordt (naast het Nederlands) gebruikt in het kleuter- en lager onderwijs, terwijl het Nederlands wel de enige toets- en examentaal is. Nederlands de instructietaal van het middelbaar onderwijs is. Arubanen gebruiken op hun werk Nederlands en Papiaments door elkaar. De Universiteit van Aruba is officieel tweetalig Nederlands/Engels en biedt dus ook programma’s in het Engels aan.
  • Curaçao (blauw op het kaartje) is sinds 2010 een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Voor de meeste mensen is het Papiaments de thuistaal en de dagelijkse omgangstaal. Het Nederlands wordt, net als op Aruba, naast het Papiaments gebruikt in officiële werksituaties. En net als op Aruba is het Nederlands de instructietaal in het middelbaar onderwijs en op sommige, daarvoor speciaal aangewezen scholen voor primair onderwijs. Aan de universiteit van Curaçao wordt ook gebruik gemaakt van het Engels.
  • Sint-Maarten (rood op het kaartje) is het derde zelfstandig land binnen het Koninkrijk, ook sinds 2010. Het Engels is er de dagelijkse omgangstaal. Het speelt ook een belangrijke rol als onderwijstaal. Het Nederlands wordt er veel minder gebruikt dan op Curaçao en Aruba. Zelfs op de Nederlandstalige basisscholen is de instructietaal heel vaak Engels. Zelfs op de enige Nederlandstalige middelbare school (naast vijf Engelstalige) voelen leerkrachten zich vaak gedwongen de instructie (ook) in het Engels te doen.

 

 


Caribisch Nederland: Bonaire, Sint-Eustatius en Saba

Bonaire
Bonaire

De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn sinds 2010 ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Belangrijk zijn de onderlinge verschillen in het gebruik van het Nederlands. Elk eiland behoeft een eigen beschrijving.

  • Op Bonaire wordt Nederlands gesproken in het onderwijsproces in het middelbaar onderwijs. Het Nederlands is niet de taal van de dagelijkse communicatie. Dat is Papiaments, Engels of Spaans.
  • Op Sint-Eustatius wordt zelfs op de enige (Nederlandse) middelbare school erg weinig Nederlands gesproken. Zo weinig dat er anno 2014 stemmen opgaan om de instructietaal te veranderen naar Engels. De taal van dagelijkse communicatie is Engels. Het Papiaments wordt heel sporadisch gebruikt door oudere mensen afkomstig uit Bonaire, Aruba of Curaçao. Ook is er wat Spaans te horen in thuissituaties, binnengebracht door immigranten gedurende de laatste 20 jaar.
  • Op Saba is Nederlands een apart vak op de Engelse middelbare school en wordt er verder op school geen Nederlands gesproken. De taal van dagelijkse communicatie is Engels. Ook hier is er wat Spaans te horen in thuissituaties van immigranten. Papiaments wordt ook hier sporadisch gebezigd door oudere mensen, afkomstig uit (veelal) Curaçao.

Meer lezen? Bij de Rijksoverheid vind je informatie over de BES-eilanden.