Betalen/afrekenen

Hier vind je 5 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Nederlands-Nederlands
  • de taalfunctie: iets betalen/afrekenen
Oefeningen
  1. Luister naar de audiofragmenten. In welk audiofragment hoor je deze zin? Sleep het juiste fragment naar de zin. (Audio)
  2. Luister naar de audiofragmenten. Is het fragment Nederlands-Nederlands (NN) of Belgisch-Nederlands (BN)? (Audio)
  3. Je bent in een winkel. Je staat bij de kassa. De kassajuffrouw vraagt welke betaalmogelijkheid je kiest. Lees de zinnen. Welke zin hoort bij welk land? Sleep de juiste zin naar het land.
  4. Luister naar het audiofragment. Wat klopt? (Audio)
  5. Luister naar het audiofragment. Een Belg reserveert een kamer in een Nederlands hotel. Wat kan hij beter niet zeggen? (Audio)

1. Luister naar de audiofragmenten.

ga verder


ga verder


ga verder

4. Luister naar het audiofragment.

ga verder

5. Luister naar het audiofragment.