Betalen/afrekenen

Hier vind je 7 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Nederlands-Nederlands
  • de taalfunctie: iets betalen/afrekenen
Oefeningen
  1. Welke munten zijn nog gangbaar in het Nederlandse taalgebied?
  2. Luister naar het audiofragment. Marijke vertelt over betaalmiddelen in Nederland. Wat zijn voor Marijke de nadelen van contant geld? Kies één of meer antwoorden. (Audio)
  3. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 2. Wat klopt? (Audio)
  4. Luister naar het audiofragment. Nathalie vertelt over betaalmiddelen in België. Welke drie woorden zijn Belgisch-Nederlands? Kies het juiste antwoord. (Audio)
  5. Luister naar het audiofragment. Nathalie vertelt over de overgang naar de euro. Hoe heet de munt waarmee Nathalie betaalde vóór de overgang naar de euro? Typ de naam. (Audio)
  6. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 5. Wat klopt? (Audio)
  7. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 5. Met welke adjectieven beschrijft Nathalie het gebruik van de euro? Kies één of meer antwoorden. (Audio)


ga verder

2. Luister naar het audiofragment. Marijke vertelt over betaalmiddelen in Nederland.

ga verder


ga verder

4. Luister naar het audiofragment. Nathalie vertelt over betaalmiddelen in België.

ga verder


ga verder

6. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 5.

ga verder

7. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 5.