Iets kopen op de markt en in de winkel

Hier vind je 5 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Nederlands-Nederlands
  • de taalfunctie: iets kopen
Oefeningen
  1. Luister naar het audiofragment ‘Groente en fruit II’. Lees de namen van etenswaren. Zijn ze typisch Nederlands-Nederlands (NN) of Belgisch-Nederlands (BN)? Sleep het juiste antwoord naar de etenswaar. (Audio)
  2. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Lees de namen van etenswaren. Zijn ze typisch Nederlands-Nederlands (NN) of Belgisch-Nederlands (BN)? Sleep het juiste antwoord naar de etenswaar. (Audio)
  3. Luister naar het audiofragment ‘Tweetalig Brussel’. Wat klopt?
  4. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 3. Wat klopt niet? Kies één of meer antwoorden. (Audio)
  5. Wat is een synoniem voor tweetalig?

1. Luister naar het audiofragment ‘Groente en fruit II’.

Audiospeler

ga verder


ga verder

3. Luister naar het audiofragment ‘Tweetalig Brussel’.

Audiospeler

ga verder


ga verder