Koetjes en kalfjes

Hier vind je 15 oefeningen in verstavaardigheid over:

• de taalfunctie: koetjes en kalfjes (spreken over onbelangrijke, alledaagse dingen zoals het weer en het weekend)

Oefeningen Luister naar de volgende zin. Uit hoeveel woorden bestaat deze zin? (Audio) Luister naar de volgende zin. Uit hoeveel woorden bestaat deze zin? (Audio) Luister naar de volgende zin. Uit hoeveel woorden bestaat deze zin? (Audio) Luister naar de volgende zin. Sleep de woorden in de juiste volgorde. (Audio) Luister naar de volgende zin. Sleep de woorden in de juiste volgorde. (Audio) Luister naar de volgende zin. Sleep de woorden in de juiste volgorde. (Audio) Luister naar de volgende zin. Welke twee woorden hoor je in de zin? (Audio) Luister naar de volgende zin. Welke twee woorden hoor je in de zin? (Audio) Luister naar de volgende zin. Welke twee woorden hoor je in de zin? (Audio) Luister naar de volgende zinnen. In welke zin/zinnen hoor je het woord ‘is’ ? (Audio) Luister naar de volgende zinnen. In welke zin/zinnen hoor je het woord ‘een’ ? (Audio) Luister naar de volgende zinnen. In welke zin/zinnen hoor je het woord ‘je’ ? (Audio) Luister naar de volgende zin. Op welk woord ligt het accent? (Audio) Luister naar de volgende zin. Op welk woord ligt het accent? (Audio) Luister naar de volgende zin. Op welk woord ligt het accent? (Audio)

1. Luister naar de volgende zin.

ga verder

2. Luister naar de volgende zin.

ga verder

3. Luister naar de volgende zin.

ga verder

4. Luister naar de volgende zin.

ga verder

5. Luister naar de volgende zin.

ga verder

6. Luister naar de volgende zin.

ga verder

7. Luister naar de volgende zin.

ga verder

8. Luister naar de volgende zin.

ga verder

9. Luister naar de volgende zin.

ga verder

10. Luister naar de volgende zinnen.

Zin 1:

Zin 2:

ga verder

11. Luister naar de volgende zinnen.

Zin 1:

Zin 2:

ga verder

12. Luister naar de volgende zinnen.

Zin 1:

Zin 2:

ga verder

13. Luister naar de volgende zin.

ga verder

14. Luister naar de volgende zin.

ga verder

15. Luister naar de volgende zin.