Thuis – lichamelijke klacht beschrijven
Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:
- de taalfunctie: lichamelijke klacht beschrijven
- de taalsituatie: thuis
1. Luister naar de tekst.
2. Luister naar de tekst.
4. Je bent thuis. Je voelt je niet lekker. Je partner vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’ Je antwoordt: ‘Oh, ik …’.
Let op!
De oefeningen op Dutch++ werken het best in Google Chrome. Wij kunnen helaas niet garanderen dat alle oefeningen in andere webbrowsers ook volledig werken.
Maak de zin compleet. Begin met: ‘Oh, ik ….’
Bijvoorbeeld:
‘Oh, ik ben verkouden.’ – ‘Oh, ik heb griep.’ – ‘Oh, ik voel me niet goed. Ik ben verkouden.’
Bekijk het voorbeeld.