Op je werk – telefoneren

Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:

  • de taalfunctie: telefoneren
  • de taalsituatie: op je werk
Oefeningen
  1. Welke reactie is juist? Luister naar de zinnen. (Audio)
  2. Luister naar de tekst. Mevrouw De Groot wil meneer Meijers spreken. Typ de juiste woorden in. (Audio)
  3. Maak de zinnen compleet. Sleep de woorden in de zin.
  4. Je bent op je werk. Mevrouw De Vries belt. Ze heeft een vraag. Luister naar mevrouw De Vries. Wat zeg je? (Video & Record)

1. Welke reactie is juist?

ga verder

2. Luister naar de tekst.

ga verder


ga verder

4. Je bent op je werk. Mevrouw De Vries belt. Ze heeft een vraag. Luister naar mevrouw De Vries. Wat zeg je?



Spreek hier een antwoord in zoals:

‘Nee, hij is er niet.’ – ‘Nee, meneer Meijers is niet aanwezig.’ – ‘Nee, hij is niet aanwezig.’

Bekijk het voorbeeldgesprek.