Telefoneren

Hier vind je 3 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Nederlands-Nederlands
  • de taalfunctie: telefoneren
Oefeningen
  1. Luister naar de zinnen. Wat is er anders? Kies twee antwoorden. (Audio)
  2. Luister naar de zinnen. Wat is er anders? Kies twee antwoorden. (Audio)
  3. Luister naar de audiofragmenten. Hoor je Nederlands-Nederlands (NN) of Belgisch-Nederlands (BN)? (Audio)

1. Luister naar de zinnen.

Luister naar de zin in het Belgisch-Nederlands: Zou je me zo snel mogelijk willen terugbellen?

Luister nu naar de zin in het Nederlands-Nederlands.

ga verder

2. Luister naar de zinnen.

Luister naar deze zin in het Nederlands-Nederlands: Ik zal zeggen dat u hebt gebeld.

Luister nu naar de zin in het Belgisch-Nederlands.

ga verder