In de klas – zich voorstellen
Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:
- de taalfunctie: zich voorstellen
- de taalsituatie: in de klas
1. Mario studeert economie. Op maandag heeft hij les. In de les zit een nieuwe studente. Mario vraagt:
2. Luister naar de tekst.
4. Je bent in de klas. De docent stelt je een vraag. Geef antwoord op de vraag.
Geef een reactie op de vraag. Bijvoorbeeld:
‘Ik ben (voornaam en achternaam).’ – ‘Goedemiddag, ik heet (voornaam en achternaam).’ – ‘Mijn naam is (voornaam en achternaam).’
Bekijk het voorbeeldgesprek.