Aanspreekvormen

Hier vind je 5 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands
  • de taalfunctie: aanspreekvormen
Oefeningen
  1. Luister naar het audiofragment. Nathalie vergelijkt het gebruik van de beleefdheidsvorm in België en Duitsland. Hoe ervaart Nathalie de Duitse aanspreekvorm Sie? Kies één of meer antwoorden. (Audio)
  2. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Wat klopt? (Audio)
  3. Luister naar het audiofragment. Tony vertelt over zijn persoonlijke gebruik van de vormen gij, jij en u. Wat klopt?
  4. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 3. Zegt Tony gij, jij of u? Typ de juiste aanspreekvorm naast de situatie. (Audio)
  5. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 3. Zegt Tony gij, jij of u? Typ de juiste aanspreekvorm naast de situatie. (Audio)

 

1. Luister naar het audiofragment. Nathalie vergelijkt het gebruik van de beleefdheidsvorm in België en Duitsland.

 

ga verder

 

2. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Wat klopt?

 

ga verder

 

 

3. Luister naar het audiofragment. Tony vertelt over zijn persoonlijke gebruik van de vormen gij, jij en u.

 

ga verder

 


ga verder