
In de winkel – iets kopen in de winkel
Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:
- de taalfunctie: iets kopen
- de taalsituatie: in de winkel
![]()
1.
![]()
2. Luister naar de tekst.
![]()
![]()
4. Je bent in de winkel. De vrouw achter de kassa stelt je een vraag. Geef antwoord op de vraag.
Geef een reactie op de vraag. Bijvoorbeeld:
‘Ja hoor, geen probleem.’ – ‘Ja hoor, ik ben met de auto.’ – ‘Ja hoor, ik heb een tas bij me.’ – ‘Nou, heeft u misschien een tasje?’ – ‘Nou, dat is een beetje lastig. Heeft u een tasje?’
Bekijk het voorbeeldgesprek.