Literatuur – Kenmerken Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands

Daman, J.A. 1946. Het algemeen beschaafd in Vlaanderen (Zuid-Nederland). Gent: Daphne.

De Caluwe, J., en M. Devos. 1998. Noord/zuid-Verschillen in de Nederlandse morfologie. In: Hoekstra, E./ Smits, C. (eds.) Morfologiedagen 1996. Lezingen gehouden tijdens de morfologiedagen op donderdag 19 en Vrijdag 20 September 1996 in Amsterdam. Amsterdam: Meertens Instituut. 21-33.

De Groot, H. 1994. Taalstrijd van Nederlanders in Vlaanderen. Nederlands van nu 42. 106-109.

De Tier, V., J. Swanenberg, en T. van de Wijngaard, red.. 2009. Moi, adieë en salut: groeten in Nederland en Vlaanderen. Groesbeek: Stichting Nederlandse dialecten.

Diepeveen, J., R. Boogaart, J. Brantjes, P. Byloo, T. Janssen, en J. Nuyts. 2006. Modale uitdrukkingen in Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands. Corpusonderzoek en enquête. Amsterdam/Münster: Stichting Neerlandistiek VU/Nodus Publikationen.

Geeraerts, D., S. Grondelaers, en D. Speelman. 1999. Convergentie en divergentie in de Nederlandse woordenschat. Een onderzoek naar kleding- en voetbaltermen. Amsterdam: Meertens instituut.

Geeraerts, D., en H. van de Velde. 2013. Supra-Regional Characteristics of Colloquial Dutch. In: Hinskens, F./ Taeldeman, J. (eds.) Language and space. An International Handbook of Linguistic Variation. Volume 3: Dutch. Berlin/Boston: De Gruyter. 532-556.

Goossens, J.
1990. Vlaamse pronominale tussenstabilisering?. In: den Besten, J.B./ Peeters, L. (eds.) Vragende Wijs: Vragen Over Tekst, Taal En Geschiedenis. Amsterdam u.a.: Rodopi. 89-94.

Grezel, J.E. 2003. ‘u’ of ‘jij’: wat moet je nou? Aanspreekvormen in Nederland en Vlaanderen. In: Stroop, J. P. A. (ed.) Waar gaat het Nederlands naartoe? Panorama van een taal. Amsterdam: Bert Bakker. 194-201.

Haeseryn, W. 1996. Grammaticale verschillen tussen het Nederlands in België en het Nederlands in Nederland: een poging tot inventarisatie. In: van Hout, R./ Hagen, T. (eds.) Taalvariaties. Toonzettingen en modulaties op een thema. Dordrecht: Foris Publications. 109-126.

Haeseryn, W. 1999. Nadenken over taalvariatie en taalnormen met de herziene ans. Nederlands van nu 47. 15-20.

Haeseryn, W. 2013. Belgian Dutch. In: Hinskens, F./ Taeldeman, J. (eds.) Language and space. An International Handbook of Linguistic Variation. Volume 3: Dutch. Berlin/Boston: De Gruyter. 700-720.

Hagen, A.M. 1995. Gemarkeerdheid van de Belgisch-Nederlandse woordenschap. Taal en tongval 47. 133-148.

Jacobs, P. 2009. Gelijke behandeling voor Belgisch en Nederlands Nederlands. Van achenebbisj tot zwaantje. De Standaard.
Seitenzahlen?

Kloots, H. 2008. Vocaalreductie in het Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland. Delft: Eburon.

Martin, W., en W. Smedts. 2009. Prisma handwoordenboek Nederlands met onderscheid tussen Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands. Houten: Het Spectrum.

Martin, W. 2010. Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands. Bien étonnés de se trouver ensemble?. In: van Belle, W./ Hendrickx, E./ Smessarert, H./ ter Horst, J./ Martin, W.J.R./ Hendrickx, K. (eds.) Liever meer of juist minder? Over normen en variatie in taal. Gent: Academia Press. 111-130.

Penninckx, W. 2002. Frequente afwijkingen van de standaardtaal. Syllabus (Versie Van 5 Oktober 2002).
Verlag?

Schyns, D. 2002. Wie heeft schrik van Zuid-Nederlands? Pleidooi voor een tolerantere houding ten aanzien van Zuid-Nederlandse taalvarianten. Filter 9:4. 37-45.

Tops, E. 2009. Variatie en verandering van de “r” in Vlaanderen. Brussel: VUB Press.

Vakgroep Nederlandse Taalkunde. 2004. De woordsoorten in het Nederlands. Met taalzorgaantekeningen. Gent: Universiteit Gent (syllabus Academiejaar 2003-2004).

Van Bezooijen, R., en C. Giesbers. 2003. Breekt ie echt dooi? De verspreiding van de gooise R in het Standaardnederlands. In: Stroop, J. P. A. (ed.) Waar gaat het Nederlands naartoe? Panorama van een taal. Amsterdam: Bert Bakker. 204-214.

Vandekerckhove, R. 2004. “Waar Zijn ‘je’, ‘jij’ En ‘jou(W)’ Gebleven? Pronominale Aanspreekvormen In Het Gesproken Nederlands Van Vlamingen”. In: De Caluwe, J./ Taeldeman, J. (eds.) Taeldeman, man van de taal, schatbewaarder van de taal. Gent: Academia Press. 981-993.

Van der Horst, J. 2005. “Hoe is dat kunnen gebeuren?” Vlaamse zinswending als toekomstig Nederlands. Onze Taal 4. 100-102.

Van der Wouden, T. 1998. Verboden op het werk te komen. Klein woordenboek van Vlaamse taal- en andere Eigenaardigheden. Enschede: SIWU.

Van de Velde, H. 1996. Variatie en verandering in het gesproken Standaard-Nederlands (1935-1993). Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de letteren. Dissertatie. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen.

Van Haver, J. 1989. Noorderman en zuiderman. Het taalverdriet van Vlaanderen. Tielt: Lannoo.

Van Oostendorp, M. 2008. Hoe de slot-R verdween uit het Nederlands. Onze Taal 2-3. 53-55.

Vermaas, J.A.M. 2002. Veranderingen in de Nederlandse aanspreekvormen van de dertiende T/m de twintigste eeuw. Utrecht: LOT.

Vermaas, J.A.M. 2004. Mag ik u tutoyeren? Aanspreekvormen in Nederland. Veen.


 

Terug naar overzichtspagina