Sranantongo

Sranantongo (‘Surinaamse taal’) of Sranan is een Surinaamse creooltaal. Het Sranantongo is enerzijds de moedertaal van de Creolen. Anderzijds is het ook het communicatiemiddel tussen verschillende etnische groepen in Suriname die een verschillende moedertaal hebben. Sranantongo is uitgegroeid tot de meest gebruikte omgangstaal in Suriname. Er bestaat verder een speciale vorm, de Wakamantaal, die gebruikt wordt door rondhangende jongeren op straat.

Zo klinkt Sranantongo:

Gimi wan gras watra. (= Geef mij maar een glas water.)

Mi fersteri yu. (= Gefeliciteerd.)

Omeni? (= Hoeveel (kost het)?)

Farid is een Surinaamse student. Hij vertelt dat Sranantongo vooral gebruikt wordt door mannen onder elkaar.



Oorsprong van Sranantongo

Sranantongo heeft zijn oorsprong in een pidgin. Dat is een taal die ontstaat in een contactsituatie. Zo’n situatie bestaat als groepen die verschillende talen spreken met elkaar proberen te communiceren. Specifiek komt het Sranantongo voort uit het contact tussen Afrikaanse slaven en voornamelijk Britse en Nederlandse plantage-eigenaren of handelaren in de slaventijd. Pas als het pidgin als moedertaal wordt doorgegeven, spreken we van een creooltaal. Je kunt het Sranantongo goed vergelijken met het Papiaments dat onder andere op Aruba gesproken wordt. Papiaments is ook een creooltaal.

Meer lezen? Ga naar het hoofdstuk over pidgins en creooltalen op NEON.

 

 



Samenstelling van het Sranantongo

In de video hiernaast kun je een dictee in het Sranantongo beluisteren.

  • De basis van het Sranantongo ligt bij het Engels. Ongeveer 75% van de woordenschat in het Sranantongo is afgeleid van het Engels, bv. taki (< talk) ‘praten’, blaka (< black) ‘zwart’, wroko (< work) ‘werken’. Daarom werd de taal vroeger ‘Negerengels’ genoemd.
  • Er zijn ook veel woorden overgenomen uit het Nederlands (bv. grun < groen, bon < boom, prisiri < plezier). In totaal is ongeveer 18% van de woordenschat van het Sranantongo afkomstig uit het Nederlands.
  • Er zijn ook woorden van Portugese oorsprong in het Sranantongo te vinden zoals bun dat komt van bom ‘goed’.
  • Verder zijn er woorden uit Afrikaanse talen (bv. bakra ‘wit persoon’, scheldnaam voor Nederlanders, nyan ‘eten’, agama ‘soort leguaan’).

Meer weten? Kijk eens in het online woordenboek Sranantongo Kenki.

 

 


Sranantongo als omgangstaal in Suriname

Sranantongo werd lange tijd als slaventaal gezien en vanaf 1876 werd het gebruik ervan door de overheid ontmoedigd. Het verloor zijn positie als onderwijstaal omdat het Nederlands verplicht werd gemaakt. In de twintigste eeuw kreeg het weer wat belangstelling. In 1960 werden er voorlopige spellingsregels geformuleerd die in 1986 vastgelegd werden. Het Sranantongo heeft geen officiële status verworven, terwijl het tegenwoordig geldt als de bekendste en meest gebruikte taal in Suriname. Het Sranantongo is de moedertaal van de Creolen maar het is ook hét communicatiemiddel tussen etnische groepen in Suriname die een verschillende moedertaal hebben. Als omgangstaal of lingua franca is het Sranantongo in opmars. Het wordt ook vaak gebruikt in radio- en tv-programma’s. Wist je dat een gedeelte van het Surinaamse volkslied in het Sranantongo is? Beluister het in de video en lees mee.

Meer lezen? Ga naar het hoofdstuk Taalgebruik om te ontdekken wanneer Surinamers Sranantongo gebruiken en wanneer ze kiezen voor Nederlands.

 


Speciale vorm: Wakamantaal

Van het Sranantongo bestaat er nog speciale vorm: de Wakamantaal (ook wel ‘straattaal’). Het woord wakaman betekent ‘man van de straat’, ‘slenteraar’, ook wel ‘vrijbuiter’ (profiteur) en is afgeleid van waka ‘lopen; reizen’. Wakamans zijn jongens en jonge mannen die geen vast werk hebben en veel tijd rondhangend op straat doorbrengen. Wakamantaal is een vorm van Sranantongo vermengd met Nederlands, Engels, Spaans en eventueel nog andere talen. Zoals typisch is voor jongerentaal drukken de jongeren in wakamantaal hun geheimen uit. Kenmerkend is dan ook dat ze eigen woorden gebruiken voor thema’s als seks, drugs en geld. Voorbeelden zijn: vriendje, een negatieve benaming die zo veel betekent als mietje in het Nederlands; duku ‘geld’; meidman ‘rokkenjager’. Wakamantaal is heel creatief en veranderlijk, wat een typisch kenmerk is voor jongerentaal. Veel elementen van Wakamantaal keren terug in de Straattaal die door jongeren in Nederland gebruikt wordt, zoals de woorden sma ‘meisje’ en shuba ‘schoen’.