Surinaams-Nederlandse woorden

Het Surinaams-Nederlands heeft eigen woorden. De Nederlandse Taalunie heeft een lijst gepubliceerd van een aantal Surinaams-Nederlandse woorden die opgenomen zijn in de Woordenlijst van de Nederlandse taal. Een probleem bij het in kaart brengen van de Surinaams-Nederlandse woordenschat is het volgende: hoe bepaal je de grens tussen leenwoorden uit andere talen (bv. Sranantongo) en codewisseling (spontaan gebruik van een uitdrukking in een andere taal)? Een ander probleem: we moeten een onderscheid maken tussen woorden die heel algemeen zijn onder Surinamers en andere woorden die beperkter zijn in gebruik. De Surinaams-Nederlandse woorden kunnen verdeeld worden in categorieën. Hieronder vind je een overzicht. Raadpleeg verder het meest actuele Surinaams-Nederlands woordenboek van De Bies (2009)[bib]1074[/bib] en het oudere woordenboek van Van Donselaar (1989) [bib]1077[/bib]. Zie verder onder andere het werk van Buma, Essed-Fruin & Gobardhan-Rambocus in de Literatuurlijst. Heel veel leuke voorbeelden vind je in de Taalrubriek op de website Witte Raaf.

Anike is een Nederlandse studente. Het valt haar op dat er in Suriname ouder taalgebruik voorkomt.



1. Woorden die alleen in Suriname voorkomen en niet in enig ander Nederlands

typevoorbeelden
apporten
= leenwoorden uit de inheemse talen van Suriname, zoals het Sranan, het Sarnami (Hindoestaans), Surinaams-Javaans en de indianentalen. Deze leenwoorden hebben meestal geen equivalent in het (Europese) Nederlands en vullen een onomasiologische leemte. Ze voldoen aan communicatieve behoeften in de Surinaamse maatschappij, zoals de geografische ligging, de tropische omgeving, de immigratie van verschillende volken.
tori (Sranan): verhaaltje, babbeltje
dyogo (Sranan): fles bier van 1 liter
roti (Sarnami): soort gevulde pannenkoek
leenwoorden uit het Engelscell ‘mobiele telefoon’
soft ‘frisdrank’
plane ‘vliegtuig’
leenvertalingenkasgeld (van Sranan kasmoni): ‘onderlinge spaarkas van een kleine groep mensen’
bastaardwoorden
= vernederlandste vormen van Sranan woorden
tjap (Sranan van Engels chop) ‘hak, landbouwgereedschap’
verbasterde vormen van Nederlandse woordenlanterfanteren (van Nederlands lanterfanten) ‘rondlopen zonder bezigheden’
verbasterde vormen van Engelse woordendoks ‘eend’
zwamp ‘moeras’
trens ‘sloot’
hybride vormendyogofles (Sranantongo dyogo + Nederlands fles)
Nederlandse nieuwvormingenschaafijs ‘geschaafd waterijs’
ijsappel ‘Nederlandse appel (die koel bewaard moet worden)’

Hoe ziet het typisch Surinaamse schaafijs er eigenlijk uit? Bekijk de video!



2. Woorden die in Suriname voorkomen en in België of in (Zuid-)Nederlandse dialecten, maar die in Nederland als archaïsmen gelden

Voorbeelden zijn:

  • valies voor ‘koffer’
  • toespijs voor ‘broodbeleg’

Er zijn ook gemeenschappelijke woorden die in Suriname een oude betekenis bewaard hebben, die in Europees Nederlands verdwenen is, bv. hartgrondige dank ‘oprechte dank’.

 


3. Woorden die in Suriname, België en Nederland voorkomen maar die in Suriname een andere betekenis of een andere gebruikssfeer hebben

Algemene voorbeelden zijn:

  • baden voor ‘douchen’
  • stroop voor ‘limonadesiroop’
  • soepgroente voor ‘selderij’
  • verjaring voor ‘verjaardag’
  • zetten in de betekenis van leggen