Het Nederlands wordt gesproken in drie landen: Nederland, België en Suriname. Maar wist je dat het Nederlands in die landen heel verschillend is? Als je al eens een Amsterdammer, een Antwerpenaar of iemand uit Paramaribo Nederlands hebt horen praten, dan kon je misschien de ene persoon beter verstaan dan de andere. Valt je iets op als je een Nederlandse krant leest, een Belgische radiozender beluistert en het Surinaamse tv-journaal bekijkt? Ga eens bij jezelf na of je even vlot een praatje kunt maken met een leraar uit Paramaribo, een gepensioneerde dame uit West-Vlaanderen en Amsterdamse jongeren op straat. Wil je het Nederlands in al zijn variatie ontdekken? Hier vind je wat je zoekt. Klik op de link om naar het onderdeel te gaan.
onderdeel |
Wat kun je hier vinden? |
naar het onderdeel |
---|---|---|
Dit is het informatieve onderdeel over verschillende soorten Nederlands:
|
|
|
Dit is het praktische onderdeel: In welke concrete situaties worden de verschillende soorten Nederlands gebruikt? Hoe werkt taalvariatie in de praktijk en hoe kun je ermee omgaan? Alledaagse thema’s komen aan bod, van de Nederlandse aanspreekvormen (jij, u of gij?) tot betalen in een winkel. Vanuit de woordenschatpagina’s kun je doorklikken naar specifieke variatieoefeningen. | ||
Op basis van je taalniveau en de taalvariëteit die je wilt oefenen, kun je kiezen tussen de volgende types oefeningen:
|
||
Dit is het theoretische onderdeel. Hier kun je definities en achtergrondinformatie bestuderen bij een aantal begrippen en concepten die met taalvariatie te maken hebben. Je vindt hier veel literatuurtips, die ook nog eens allemaal in de Literatuurlijst op een rijtje staan. | Begrippen |