In het onderdeel Drie keer Nederlands heb je een overzicht gekregen van de verschillende soorten Nederlands of variëteiten die in Nederland, België (Vlaanderen) en Suriname gebruikt worden. Bij de beschrijving van iedere variëteit heb je al kunnen lezen wie haar gebruikt en wat haar kenmerken zijn. In dit onderdeel kijken we naar het taalgebruik in verschillende communicatiesituaties: thuis, op school, in de winkel… In Nederland en België wordt er in verschillende situaties standaardtaal, omgangstaal, Tussentaal, Poldernederlands, Straattaal of dialect gebruikt. Surinamers schakelen in bepaalde situaties over van Nederlands naar een andere taal, bijvoorbeeld Sranantongo.
Anna is een Surinaamse verkoopster op de markt in Paramaribo. Met klanten praat ze Nederlands of Sranantongo (‘Surinaams’, zegt Anna). Ze vertelt zelf wat haar taalkeuze bepaalt.
Taalgebruik
In ieder onderdeel hieronder kun je leren over taalgebruik in Nederland, België (Vlaanderen) en Suriname in een bepaalde communicatiesituatie. We maken gebruik van bestaand onderzoek, enquêtes en interviews. Daaruit blijken interessante verschillende tussen die landen. Zo wordt er bijvoorbeeld in Vlaanderen in meer situaties regionale taal gebruikt dan in Nederland. Bij enkele pagina’s krijg je een overzicht van de belangrijkste woordenschat die bij de besproken situatie hoort. Daar hoort een maatschappelijke of culturele achtergrond bij die specifiek is voor ieder land. Zo heeft elk land zijn eigen onderwijssysteem. De bijbehorende woordenschat is dus specifiek voor elk van die onderwijssystemen. Je krijgt dan woorden die je nodig hebt om te praten over school of studeren aan de universiteit in de verschillende landen. Bij de woordenschat kun je telkens doorklikken naar specifieke variatieoefeningen.
Anders dan Nederland en Vlaanderen is Suriname een meertalige samenleving. Uit een enquête van de Taalunie bij ca. 130 Surinamers in de hoofdstad Paramaribo blijkt dat zij in het dagelijks leven gemiddeld 3,1 talen gebruiken (bron: Taalpeil 2011). Er wordt veel aan codewisseling gedaan tussen Nederlands, Sranantongo en andere moedertalen zoals het Sarnami en het Surinaams-Javaans (zie Talen in Suriname). Dat wil zeggen dat verschillende talen afwisselend gebruikt worden, soms zelfs binnen één gesprek. Als meerdere talen in één zin vermengd worden, heet dat codevermenging. Codevermenging is typerend voor het taalgebruik van de Surinaamse jeugd.
Het Nederlands is sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw voor meer en meer mensen de thuistaal geworden, vooral in Paramaribo. Het komt steeds meer voor in informele gebruikscontexten.