Handleiding voor docenten

Je geeft lessen Nederlands als tweede of als vreemde taal, of je doceert Nederlandse taalbeheersing aan moedertaalsprekers? Als taaldocent ben je ervan op de hoogte dat het Nederlands opvallende verschillen vertoont in de landen waar het de officiële taal is. Maar in welke mate zijn je cursisten met de Belgische, Nederlandse en Surinaamse versie van het Nederlands vertrouwd? Zodra ze het leslokaal verlaten en in een echte communicatiesituatie terechtkomen, krijgen ze te maken met allerlei verschijnselen en versies van het Nederlands die niet in de gangbare cursusboeken staan. Hebben jullie samen al eens stilgestaan bij het contrast tussen het Nederlands in jullie klaslokaal en het Nederlands van Amsterdamse jongeren op straat, dat van een bewoner van een West-Vlaams dorp of dat van een Surinaamse radiopresentator?

Hoe kun jij, als taaldocent, de cursisten Nederlands voorbereiden op de talige realiteit? Dutch++ laat méér Nederlands zien dan het gangbare lesmateriaal, dat vaak een eenzijdig beeld van ‘het’ Nederlands biedt. De cursus gaat uit van de realiteit van taalvariatie en biedt zo een noodzakelijke aanvulling op bestaand lesmateriaal. Centraal staan nationale variëteiten van het Nederlands, maar er is ook aandacht voor regionale en sociale variëteiten. Dutch++ is niet alleen bedoeld voor leerders maar ook voor geïnteresseerde moedertaalsprekers.


MODULES

Dutch++ bestaat uit de volgende modules:

Nederlands Taalgebied is deinformatieve module waarin cursisten het Nederlands van Nederland, België en Suriname in al zijn variatie leren kennen. De module is geconcipieerd als een syllabus met een schat aan informatie in de vorm van tekst, geluid en beeld. Je kunt het materiaal in de lessen Nederlands integreren of voor zelfstudie aanbieden. Je kunt het ook zelf gebruiken om je kennis over taalvariatie te verruimen.

De theoretische module Begrippen levert achtergrondinformatie en terminologie om taalvariatie als fenomeen te doorgronden en er wordt nagedacht over de didactische consequenties van verschillende benaderingen van taal. Je wordt hier bovendien aangemoedigd om verder te lezen over taalvariatie, waarvoor je ook de aparte literatuurlijst kunt raadplegen.

In de praktische module Taalgebruik ontdekken cursisten welke taalvormen mensen in Nederland, België en Suriname gebruiken in verschillende communicatiesituaties: thuis, op het werk, in de winkel,… Zo leren cursisten taalvariatie in de praktijk kennen. Bij een aantal hoofdstukken wordt gespecialiseerde woordenschat aangeboden. Van daar uit kunnen cursisten verder klikken naar oefeningen.

In de module Oefeningen kunnen cursisten hun taalvaardigheid in het Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands of Surinaams-Nederlands testen. Aarzel als taaldocent niet om ook je eigen ‘taalvariatievaardigheid’ te testen én te trainen! De module biedt aparte oefeningen per taalniveau (beginners A1-A2, gevorderden B1-B2, vergevorderden C1-C2/moedertaalsprekers). De oefeningen zijn opgebouwd rond taalfuncties (bv. begroeten, betalen en afrekenen, …) in verschillende communicatiesituaties (bv. in een restaurant, in de winkel,…). De volgende drie vaardigheden staan centraal:

  • verstavaardigheid: het verstaan van een nationale taalvariëteit naar keuze
  • herhaling: extra oefeningen bij bestaande lesmethodes Nederlands
  • variatie: het herkennen en begrijpen van de verschillende nationale taalvariëteiten

De oefeningen kunnen ook geselecteerd worden per taalvariëteit: er zijn oefeningen voor Nederlands-Nederlands (NN), Belgisch-Nederlands (BN), tussentaal en Surinaams-Nederlands (SN).

DOELGROEPEN

  • Voor beginnende leerders is er een inleiding op taalvariatie in het Nederlandse taalgebied en zijn er oefeningen voor het niveau A1/A2. De onderdelen die specifiek geschikt zijn voor beginners worden GEEL gemarkeerd in het menu bovenaan zodra je op het icoontje ‘Beginners‘ onderaan de pagina klikt.
  • Secties die BLAUW gemarkeerd zijn lijken ons bijzonder relevant voor docenten Nederlandse taal en Nederlandse taalkunde.
  • Daarnaast worden er een aantal onderdelen toegankelijk gemaakt voor belangstellenden zonder kennis van het Nederlands. De onderdelen die specifiek bedoeld zijn voor deze doelgroep worden GROEN gemarkeerd in het menu bovenaan zodra je op het icoontje ‘English‘ onderaan de pagina klikt.
  • Het materiaal kan gewoon in zijn geheel geraadpleegd worden door gevorderde leerders, moedertaalsprekers en al wie interesse heeft.

Het team van Dutch++ wenst alle docenten Nederlands veel plezier met het cursusmateriaal.
Laat ons weten hoe jij het materiaal gebruikt en wat je ervan vindt!