
Op je werk – de dag beschrijven
Hier vind je 4 herhalingsoefeningen over:
- de taalfunctie: dag beschrijven
- de taalsituatie: op je werk
Oefeningen |
![]()
1. Luister naar de tekst. Typ de zinnen.
![]()
![]()
![]()
4. Je bent op je werk. Een collega komt naar je toe. Luister naar haar vraag. Maak gebruik van het onderstaande plaatje.
Let op!
De oefeningen op Dutch++ werken het best in Google Chrome. Wij kunnen helaas niet garanderen dat alle oefeningen in andere webbrowsers ook volledig werken.
Geef antwoord op de vraag. Bijvoorbeeld:
‘Na het werk sport ik.’ – ‘Na het werk ga ik naar de sportschool.’ – ‘Om 13.00 uur sport ik.’ – ‘Van 13.00 tot 15.00 uur sport ik.’
Bekijk het voorbeeldgesprek.