Naar iemands werk en scholing vragen

Hier vind je 11 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands
  • de taalfunctie: naar iemands werk en scholing vragen
Oefeningen
  1. Luister naar het audiofragment. Hoe oud was Ludo toen hij inspecteur voor het basisonderwijs werd? (Audio)
  2. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Wat is Ludo’s hoogste opleiding? (Audio)
  3. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Ludo zegt: “Mijn tijd aan de universiteit ervoer ik als zeer verrijkend.” Van welk werkwoord is ervoer de verleden tijd? Typ hier de infinitief. (Audio)
  4. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Welke samenstellingen (composita) met school hoor je niet in het fragment? Kies één of meer antwoorden. (Audio)
  5. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Waar in België heeft Ludo het beroep van onderwijzer geleerd? (Audio)
  6. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Ludo had verschillende taken in het onderwijs. Welk woord hoor je in het fragment voor een leraar die achterop geraakte leerlingen bijwerkt? (Audio)
  7. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 1. Lees de beroepen die Ludo heeft uitgeoefend. Sleep ze in de juiste chronologische volgorde. (Audio)
  8. Luister naar het audiofragment. Lees de woorden. Sleep het woord naar de juiste betekenis. (Audio)
  9. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 8. Wat is op dit moment het beroep van deze man? (Audio)
  10. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 8. Wat betekent de uitdrukking ‘ik ben voor het academische leven in de wieg gelegd’? (Audio)
  11. Luister opnieuw naar het audiofragment in vraag 8. Door welke zin weet je dat hier een Belg spreekt? Kies een antwoord. (Audio)

1. Luister naar het audiofragment.

ga verder



ga verder


ga verder


ga verder


ga verder


ga verder



ga verder

8. Luister naar het audiofragment.


ga verder



ga verder


ga verder