Naar klacht vragen en klacht beschrijven

Hier vind je 4 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Vlaamse Tussentaal
  • de taalfunctie: naar klacht vragen en klacht beschrijven
Oefeningen
  1. Luister naar het audiofragment. Hoor je Belgisch-Nederlandse standaardtaal (BN) of Vlaamse Tussentaal (TT)? Typ BN of TT (Audio)
  2. Luister naar de audiofragmenten in Vlaamse Tussentaal. Sleep het audiofragment naar de juiste ‘vertaling’. (Audio)
  3. Luister naar de audiofragmenten in Vlaamse Tussentaal. Zet ze om in het Standaardnederlands. Typ de zin in het Standaardnederlands achter het audiofragment. (Audio)
  4. Luister naar de audiofragmenten. Fragmenten 1-3 zijn zinnen in Vlaamse Tussentaal. Fragmenten 4-6 zijn zinnen in Belgisch-Nederlandse standaardtaal. Type het nummer van het Tussentaalfragment naar het juiste equivalent. (Audio)


ga verder

2.

ga verder


ga verder

4.