Telefoneren

Hier vind je 3 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Belgisch-Nederlands & Vlaamse-Tussentaal
  • de taalfunctie: telefoneren
Oefeningen
  1. Luister naar het audiofragment. Hoor je Belgisch-Nederlandse standaardtaal (BN) of Vlaamse Tussentaal (TT)? Sleep het juiste antwoord naar het audiofragment. (Audio)
  2. Luister naar de audiofragmenten in Vlaamse Tussentaal. Zet ze om in het Standaardnederlands. Typ de zin in het Standaardnederlands achter het audiofragment. (Audio)
  3. Luister naar de audiofragmenten. Fragmenten 1-3 zijn zinnen in Vlaamse Tussentaal. Fragmenten 4-6 zijn zinnen in Belgisch-Nederlandse standaardtaal. Sleep het Tussentaalfragment naar het juiste equivalent. (Audio)


ga verder

 


ga verder

3.