Telefoneren

Hier vind je 4 oefeningen over:

  • de taalvariatie: Surinaams-Nederlands & Nederlands-Nederlands
  • de taalfunctie: telefoneren
Oefeningen
  1. Luister naar de Nederlandse zinnen (NN). Zinnen 4-5-6 zijn Surinaams-Nederlands (SN). Welke zin betekent hetzelfde? Sleep het juiste antwoord naar deze zin. (Audio)
  2. Luister opnieuw naar de audiofragmenten in vraag 1. Welk werkwoord gebruiken Surinamers voor ‘wachten om doorverbonden te worden bij een telefoongesprek’? Typ dit werkwoord. (Audio)
  3. Wat is een Surinaams-Nederlands synoniem voor ‘iemand telefonisch doorverbinden’?
  4. Luister naar de Nederlandse zinnen (NN). Zinnen 4-5-6 zijn Surinaams-Nederlands (SN). Welke zin betekent hetzelfde? Sleep het juiste antwoord naar deze zin. (Audio)

1.

ga verder


ga verder


ga verder

4. Luister naar het audiofragment.