07.07.202016.06.2020 door Niederländische Philologie Telefoneren Hier vind je 3 oefeningen over: de taalvariatie: Belgisch-Nederlands de taalfunctie: telefoneren Oefeningen Luister naar de zin. Wat hoor je? (Audio) Jan krijgt telefoon. Als hij opneemt en zijn naam zegt, hoort hij dit – Wat is er aan de hand? (Audio) Lees de zinnen. Deze zinnen kun je horen als je een bedrijf opbelt. Hoe reageer je? Bedank je de medewerker en hang je op? Of blijf je aan de telefoon om te wachten? Sleep de juiste reactie naar de zin. 1. Luister naar de zin. https://userblogs.fu-berlin.de/dutch/files/2020/06/A10.mp3 ga verder 2. Jan krijgt telefoon. Als hij opneemt en zijn naam zegt, hoort hij dit: https://userblogs.fu-berlin.de/dutch/files/2020/06/A2.mp3 ga verder