Er zijn opvallende uitspraakverschillen tussen het Surinaams-Nederlands en het Nederlands- en Belgisch-Nederlands. Wist je dat er in Suriname cursussen bestaan waarin je een Nederlands-Nederlands accent kunt leren? Ze zijn bedoeld voor Surinamers die in hun land zaken willen doen met Nederlanders. Het is moeilijk om te bepalen welke kenmerken algemeen zijn voor het Nederlands in Suriname en welke beperkt zijn tot bepaalde regio’s (bv. Nickerie) of specifieke groepen (bv. groep met een bepaalde culturele/etnische achtergrond). Zie ook het hoofdstuk over Nederlandse standaardtaal in Suriname.
Anike is een Nederlandse stagiaire in Suriname. Zij zegt dat het Surinaams-Nederlands eigen woorden en een eigen intonatie heeft.
Surinaams-Nederlandse uitspraak
Sprekers van het Europese Nederlands vinden de intonatie van het Nederlands in Suriname opvallend. Het is typisch Surinaams om een zin te eindigen met toch? Nederlanders en Belgen weten dan niet zo goed hoe ze moeten reageren.
Opvallend is de uitspraak van de w: die klinkt zoals in het Engelse why. De taalkundige Marc van Oostendorp zegt op zijn website dat Nederlanders die een Surinamer imiteren, altijd een <w> met getuite lippen produceren, zodat waar woon jij klinkt als ‘Oewaar oewoon jij?’.
Surinamers gebruiken heel wat woorden die in Nederland en België ongebruikelijk of zelfs helemaal niet bekend zijn, zoals soft (= frisdrank), tori (= verhaaltje, babbeltje), doks (= eend) en schaafijs (= geschaafd ijs dat met zoete siroop wordt geserveerd).
In Suriname worden woorden gebruikt die vooral Nederlanders ouderwets en plechtig vinden, zoals valies (= koffer).
Bepaalde woorden worden anders gebruikt dan in Europa, bijvoorbeeld baden (voor douchen) en stroop (voor limonadesiroop).
In Suriname wordt wel eens de als lidwoord gebruikt bij woorden die in Nederland/België het-woorden zijn, bv. zout.
Voor Nederlanders en Belgen klinkt een verzoek (bv. Wil je dat even voor me pakken?) in Suriname soms als een bevel: Pak dat even voor me, no! (no drukt uit dat het een verzoek is)
Nederlanders merken op dat Surinamers vaker het werkwoord gaan voor de toekomende tijd gebruiken. Bv. Je gaat hem niet kunnen volgen. Voor Belgen is dat minder opvallend, want zij doen dat ook.
Samenstellingen worden vaak niet aan elkaar geschreven. Volgens de spelling die in Nederland en België geldt, moet dat wel. Voorbeelden, gevonden in advertenties in de krant De Ware Tijd, zijn: stress bestendig, functie profiel, proteïnen snack, peet zoon.
Surinaams-Nederlandse spreek- en schrijfstijl
Gesproken Nederlands in Suriname klinkt voor Nederlanders en Belgen soms heel direct, bijvoorbeeld als de verkoopster vraagt: Wat moet u? (= Wat mag het voor u zijn? of Hoe kan ik u helpen?) of als de klant zegt: Geef me een kilo suiker. In Suriname is geef me een normale formulie om iets te vragen bij het kopen.
Nederlanders en Belgen vinden het geschreven Nederlands in Suriname vaak onnodig formeel. Zo lees je in de krant: Middels deze brengt de Wegenautoriteit Suriname ter algemene kennis dat zij voornemens is om … (De Ware Tijd 6.3.2013).