Informatie: aanspreekvormen

Informatie: aanspreekvormen Jij, u of gij? Nederlandse aanspreekvormen Als je in het Engels met iemand praat, kun je altijd you gebruiken. Het Nederlands kent verschillende aanspreekvormen: jij, u en gij. Er bestaat van jij en gij ook een doffe vorm: je en ge. Meestal wordt die doffe vorm gebruikt (Hoe oud ben je?) en is … Lees meer

Taalgebruik op de werkvloer

Taalgebruik op de werkvloer Op de werkvloer bestaan er formele en informele situaties. Formele situaties zijn bijvoorbeeld vergaderingen, contacten met klanten of gesprekken van werknemers met de werkgever. Informele situaties zijn bijvoorbeeld gesprekken tussen collega’s tijdens de lunch of gesprekken in de gang na een vergadering. In formele en informele situaties worden in Nederland en … Lees meer

Taalgebruik thuis

Taalgebruik thuis In dit hoofdstuk beschrijven we het taalgebruik thuis. Dat valt uiteen in het taalgebruik van ouders met elkaar en dat van ouders met hun kinderen. Voor Nederland en België (Vlaanderen) is het interessant om het gebruik van regionale taal (of dialect), tussentaal en standaardtaal te vergelijken. De cijfers die we hieronder gebruiken, komen … Lees meer

Taalgebruik

Taalgebruik In het onderdeel Drie keer Nederlands heb je een overzicht gekregen van de verschillende soorten Nederlands of variëteiten die in Nederland, België (Vlaanderen) en Suriname gebruikt worden. Bij de beschrijving van iedere variëteit heb je al kunnen lezen wie haar gebruikt en wat haar kenmerken zijn. In dit onderdeel kijken we naar het taalgebruik … Lees meer

Variëteiten verstaan

Variëteiten verstaan Taal verstaan is een vaardigheid die je kunt trainen. In Dutch++ besteden we bijzondere aandacht aan ‘verstavaardigheid’ in samenhang met ‘herhaling’ en ‘variatie‘. We bieden speciale oefeningen voor verstavaardigheid aan voor verschillende Nederlandse variëteiten. We willen er de aandacht op vestigen dat in het onderwijs kennismaking met variatie noodzakelijk is om de verstavaardigheid … Lees meer

Taalattitude

Taalattitude Taal kun je beoordelen, je kunt er je houding of attitude over geven. Zowel de taal van anderen als je eigen moedertaal kun je positief of negatief waarderen. Inhoudsopgave 1. Wat is ’taalattitude’?2. Wat bepaalt onze taalattitude?3. Welk effect heeft onze taalattitude op ons gedrag?4. Attitudeonderzoek5. Attitudeonderzoek m.b.t. het Nederlands Anike is Nederlandse, maar … Lees meer

Taal en identiteit

Taal en identiteit ‘Identiteit’ kunnen we definiëren als “een sociaal gevoel” van ergens bij te horen, dat een “ervaring van geborgenheid geeft” (Beheydt 1993: 88). Taal is het belangrijkste uitdrukkingsmiddel van identiteit. Je kunt met taal aanduiden dat je tot een bepaalde groep behoort of dat je je met een bepaalde groep wilt identificeren. Inhoudsopgave … Lees meer

Sociolect

  Sociolect Het begrip sociolect verwijst naar een taalvariëteit die gesproken wordt door de leden van een specifieke sociale groep. Er zijn verschillende soorten groepstalen, bv. jongerentaal, mannen/vrouwentaal,… Eén persoon kan meerdere sociolecten beheersen. Het gebruik hangt af van de groep waarin je je bevindt: een chirurg gebruikt in het ziekenhuis medische vaktaal, maar als … Lees meer

Dialect

Dialect Een dialect is een geografische variëteit, d.w.z., een taalvariëteit die in een geografisch beperkt gebied voorkomt. West-Vlaams, Zeeuws, Limburgs, Gents, Antwerps, Gronings, Amsterdams: dat zijn allemaal voorbeelden van Nederlandse dialecten. Een dialect is beperkter dan een regiolect, dat in een grotere regio wordt gebruikt. Een dialect kan beperkt zijn tot een bepaalde stad of … Lees meer

Standaardtaal

Standaardtaal Het begrip standaardtaal verwijst naar de variëteit die in een taalgebied als de belangrijkste wordt beschouwd in sociaal, intellectueel en cultureel opzicht. Dat betekent niet dat ze ‘beter’ is dan de andere variëteiten (zoals dialecten), maar wel dat ze algemener bekend is en de belangrijkste functies vervult in de samenleving. Het Nederlands dat meestal … Lees meer