België en Nederland: uitspraakverschillen
Op deze pagina wordt een aantal uitspraakverschijnselen besproken voor de standaardtaal in België in vergelijking met Nederland. Hoewel de standaardtaal centraal staat, is er hier en daar ook aandacht voor andere variëteiten. Nederlanders en Belgen spreken sommige medeklinkers, klinkers en tweeklanken anders uit. Soms ligt er een andere klemtoon op woorden of is er een subtiel uitspraakverschil. Klik op het luistervoorbeeld voor een geluidsfragment. Voor aanvullende luistervoorbeelden verwijzen we naar de pagina over de fonologie van het Nederlands op Wikipedia.
Anike is een Nederlandse studente die al een tijdje in België woont. Zij legt uit dat Nederlanders lange klinkers (bv. beet) vaak als tweeklanken uitspreken. Belgen spreken tweeklanken (bv. mij) dan weer vaak als eenklanken uit.
Medeklinkers (consonanten)
Klank | Beschrijving Nederland | Luistervoorbeeld Nederland | Beschrijving België | Luistervoorbeeld België |
---|---|---|---|---|
g | Een klank die typisch met Nederland wordt geassocieerd is de ‘harde g’. Zijn tegenhanger, de ‘zachte g’, komt voornamelijk in het zuiden van Nederland voor. | Gert gaat naar Groningen. heel veel geld | In België komt vrijwel alleen de ‘zachte g ‘ voor. Doordat de westelijke dialecten geen g kennen, hebben sprekers uit die regio vaak moeite om de g uit te spreken. Hij klinkt dan als een h óf juist extra ‘hard’. | Gert gaat naar Groningen. (‘zachte’ g) heel veel geld (g klinkt als h) |
r | Er bestaan wel twintig manieren om de r uit te spreken. De huig-r (gebrouwde r) is typisch voor Limburg en breidt zijn gebied uit. In Nederland wordt ook een zogenaamde Gooise rgebruikt die overeenkomsten heeft met de Engelse r en waarbij maar en hoor klinken als maaj en hooj. | raar maar waar (huig-r en Gooise r) ja hoor! (Gooise r) | In België zijn er ‘maar’ twaalf manieren om de ‘r’ uit te spreken. De tongpunt-r is wijd verbreid, maar de huig-r is er ook in opmars. De Gooise r komt niet voor. | raar maar waar ja hoor! (beide tongpunt-r) |
eind-n | Deeind-n(bv. lopen, boeken) wordt in de omgangstaal niet uitgesproken, maar in formele stijl of bij het voorlezen van een woordenlijst wel. | tientallen boeken lezen | De eind-n wordt in de omgangstaal vaker en nadrukkelijker uitgesproken dan in Nederland. | tientallen boeken lezen |
eind-t | De eind-t bij functiewoordjes (dat, niet,…) wordt meestal uitgesproken. Weglating van de eind-t komt alleen in regionaal taalgebruik en dialecten voor. | Dat kan ik niet. | De eind-t bij functiewoordjes wordt in de informele gesproken taal vaak weggelaten: da, nie in plaats van dat, niet. Dat is vooral een typisch kenmerk van tussentaal en dialecten. | Dat kan ik niet. (met eind-t) Dat kan ik niet. (zonder eind-t) |
v/z | De v en de z worden niet altijd stemhebbend uitgesproken: de v-uitspraak schuift vaak op naar een f waardoor je bijna geen verschil meer hoort tussen vel en fel. | een zak vol verse vruchten zoetzure saus | ‘Verstemlozing’ is in België minder verspreid dan in Nederland. De v-uitspraak schuift soms ook op naar een f, maar veel minder dan in Nederland. | een zak vol verse vruchten zoetzure saus |
begin-h | De h aan het begin van een woord wordt uitgesproken. | Hij heeft een gehoorapparaat. | De h aan het begin van een woord valt vaak weg (bv. horen klinkt als oren). Dat is vooral zo in dialecten en in de tussentaal. Soms verschijnt de h dan weer (hypercorrect) terwijl hij niet geschreven staat. | Hij heeft een hoorapparaat. |
w | De w wordt meestal labiodentaal uitgesproken, dat wil zeggen dat je je boventanden op je onderlip zet en lucht door de open ruimte laat stromen. | Wie wil er nog water? Dit woord is nieuw. | In België worden de lippen gebruikt om de w uit te spreken: een bilabiale w met geronde lippen (zoals de beginklank van het Engelse woord why). Dat is overigens bij de Surinaamse w nog duidelijker het geval. Een sterk bilabiale uitspraak komt ook voor in de door jongeren gebruikte Citétaal. | Wie wil er nog water? Dit woord is nieuw. |
Klinkers (vocalen) en tweeklanken (diftongen)
Klank | Beschrijving Nederland | Luistervoorbeeld Nederland | Beschrijving België | Luistervoorbeeld België |
---|---|---|---|---|
ij/ei | Bij tweeklanken zoals ei/ij en ui wordt er duidelijk gediftongeerd. Soms is de diftongering zo sterk dat blijven klinkt als blaiven. Dat is vooral typisch voor het Poldernederlands. | blijven Hij heeft pijn in de buik. | Er komt een vlakke, vrijwel niet gediftongeerde uitspraak van de tweeklanken ei/ij en ui voor waardoor blijven soms klinkt als blèven. Sterk gediftongeerd tot een a-achtige klank wordt er in bepaalde dialecten zoals het Antwerps. | met diftongering: blijven weinig diftongering: Hij heeft buikpijn. |
ee/oo | Diftongering komt ook bij lange klinkers voor, waardoor beet en boot klinken als beejt en boowt. In het Poldernederlands gaat de uitspraak van beet en boot zelfs in de richting van bijt en bout. | beet en boot | Lange klinkers worden in België in de standaardtaal weinig of niet gediftongeerd. | beet en boot |
Klemtoon
Nederland | België |
---|---|
bijna | bijna of bijna |
achttien | achttien of achttien |
caravan | caravan |
ticket | ticket |
tabak | tabak |
Andere (subtiele) uitspraakverschillen
Nederland | België |
---|---|
Israël (met korte i) | Israël (met lange i) |
Leenwoorden
Vergelijk met: Surinaamse uitspraakverschijnselen
Zie ook: Kenmerken van de Vlaamse tussentaal